Hoe bereken ik de grens van 25.000 euro bij meerdere inrichtingen onder hetzelfde btw-nummer?

Als u onder hetzelfde btw-nummer meerdere horecazaken uitbaat, wordt de grens van 25.000 euro berekend per inrichting. Elke inrichting volgt haar eigen regeling op voorwaarde dat ze materieel niet onderling verbonden zijn.

Twee inrichtingen zijn materieel verbonden als klanten zich vrij en zonder het verlaten van het pand tussen de ruimtes kunnen bewegen waarin u uw diverse horeca-activiteiten uitoefent.

Het is dus perfect mogelijk dat u in zaak A een GKS moet gebruiken, en in zaken B en C niet.

Let op!

Heeft u zowel een mobiele als een niet-mobiele inrichting? Dan zijn ook deze als twee aparte inrichtingen te beschouwen. Een paar concrete voorbeelden:

voorbeeld 1

U baat een brasserie/bar uit. Beide activiteiten vinden in hetzelfde gebouw plaats en onder één btw-nummer. In de ene helft van het gebouw is de bar, waar enkel kan worden gedronken. In de andere helft van het gebouw is de brasserie waar restaurantdiensten worden aangeboden. Beide delen van het gebouw zijn fysiek van elkaar gescheiden en beschikken elk over een aparte klanteningang. Ze delen wel de toog en de keuken. De klanten moeten het gebouw verlaten om tussen de ruimtes te wisselen.

Aangezien de inrichtingen als niet materieel verbonden worden beschouwd, moet u de grens van 25.000 euro per activiteit toepassen. Waarschijnlijk zal u GKS-tickets moeten uitreiken in de brasserie, maar niet in de bar.

voorbeeld 2

U bent een ijsbereider. U biedt uw ijsjes aan in een verbruikssalon. Als het goed weer is, rijdt u ook rond met een mobiel ijskarretje.

U moet de grens van 25.000 euro dus tweemaal toepassen. Eenmaal voor het verbruikssalon en eenmaal voor het ijskarretje. Voor de verkopen via het ijskarretje heeft u waarschijnlijk geen GKS nodig, aangezien deze in principe als leveringen kunnen worden beschouwd.